Om gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s doen we het volgende:
Renterisico’s
We beperken renterisico’s op korte financieringen door ervoor te zorgen dat de wettelijk voorgeschreven kasgeldlimiet niet wordt overschreden. Onder kortlopende financieringen vallen alle financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet wordt volgens de Wet Fido bepaald op basis van een vastgesteld percentage van de begrote uitgaven van de gemeente. Voor het jaar 2026 is dat 8,5% van € 602.152.000. Hieruit volgt voor de gemeente Venlo een kasgeldlimiet 2026 van € 51.183.000.
In onderstaande tabel staat de gemiddelde liquiditeitspositie over de afgelopen vier kwartalen. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, moet de gemeente de drie kwartaalrapportages toesturen aan de toezichthouder met een plan om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is in de laatste twee kwartalen van 2024 en in de eerste twee kwartalen van 2025 niet overschreden. Er is dus geen overmatig risico gelopen op korte financieringen.
Bedragen x € 1.000.000 | ||||
Kasgeldlimiet | 3e kwartaal | 4e kwartaal | 1e kwartaal | 2e kwartaal |
1 Kasgeldlimiet | 50,65 | 50,65 | 53,42 | 53,42 |
2 Gemiddelde schuld | ||||
3 Gemiddeld overschot | 106,88 | 103,65 | 80,59 | 85,33 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2+3) | 157,53 | 154,30 | 134,01 | 138,75 |
We beperken renterisico’s op lange financieringen door de wettelijk voorgeschreven renterisiconorm niet te overschrijden. Met de renterisiconorm beheersen we als doel het renterisico bij herfinanciering. Dit houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet méér mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Bij het aantrekken van langlopende geldleningen zorgen we dat de renterisiconorm niet overschreden wordt. In onderstaande tabel is te zien dat de verwachting is dat de renterisiconorm de komende vier jaren niet overschreden wordt. We lopen dus geen overmatige renterisico's op langlopende financieringen door renteherzieningen of aflossingen.
Bedragen x € 1.000.000 | ||||
Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 |
1 Renteherziening | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
2 Aflossingen | 8,99 | 8,55 | 7,76 | 15,04 |
3 Renterisico (1+2) | 8,99 | 8,55 | 7,76 | 15,04 |
4 Renterisiconorm (20% van het begrotingstotaal) | 120,43 | 116,05 | 113,29 | 111,64 |
5 Ruimte (+) / overschrijding (-); (4-3) | 111,44 | 107,50 | 105,53 | 96,60 |
Koersrisico’s
We beperken de koersrisico’s door uitzettingen uit hoofde van treasury te beperken tot producten met een vastrentende waarde of garantieproducten en uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitsplanning.
Kredietrisico’s
Kredietrisico’s bestaan uit het risico dat uitgeleend geld niet wordt terug ontvangen. Deze kredietrisico’s zijn:
- uitzettingen van middelen uit hoofde van treasury
- garanties van geldleningen
- verstrekte langlopende geldleningen
- debiteuren.
Uitzettingen van middelen uit hoofde van treasury
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury zijn de risico’s in sterke mate beperkt door de verankering van het schatkistbankieren in de Wet Fido. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden verplicht worden aangehouden in de Nederlandse schatkist of in de vorm van leningen worden uitgezet bij andere openbare lichamen. Uitgezonderd op het schatkistbankieren of het uitzetten bij andere openbare lichamen zijn de middelen onder het drempelbedrag. Dit is 2,00% van het begrotingstotaal tot € 500.000.000 plus 0,2% van het surplus. Dit is ingesteld om voldoende saldo aan te houden voor het dagelijks betalingsverkeer.
Onderstaande tabel geeft het gemiddelde kwartaalsaldo van de liquide middelen ten opzichte van het drempelbedrag weer voor het 3e en 4e kwartaal van 2024 en het 1e en 2e kwartaal van 2025. We bleven ruim binnen de norm.
Bedragen x € 1.000.000 | ||||
Drempelbedrag SKB | 3e kwartaal | 4e kwartaal | 1e kwartaal | 2e kwartaal |
Drempelbedrag (2,00% van begroting) | 10,19 | 10,19 | 10,26 | 10,26 |
Gemiddeld saldo buiten 's Rijks schatkist | 0,56 | 0,55 | 0,53 | 0,56 |
Ruimte binnen limiet (+), overschrijding (-) | 9,63 | 9,64 | 9,73 | 9,70 |
Garanties van geldleningen uit hoofde van de publieke taak
We gaven garanties af voor geldleningen waar we direct voor garant staan en voor geldleningen waarvoor de garantstelling via een waarborgfonds gebeurt. De beheersing van de kredietrisico’s bij gegarandeerde geldleningen gebeurt voor het grootste deel van de verstrekte garanties door waarborgfondsen. De fondsen zijn:
- Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
- Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) / Nationale Hypotheek Garanties (NHG)
- Stichting Waarborgfonds Sport (SWS).
Per 31 december 2024 bedroeg de som van het toegerekende deel van de gegarandeerde geldleningen voor de gemeente Venlo € 528.300.000. Hiervan had het grootste deel betrekking op garanties via het WSW en WEW: € 468.200.000. Daarnaast had een bedrag van € 60.100.000 betrekking op directe garantieverstrekkingen.
Verstrekte langlopende geldleningen uit hoofde van de publieke taak
Volgens de Wet Fido mogen gemeenten leningen verstrekken uit hoofde van de publieke taak. Aan BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo verstrekten we een vaste lening van € 19.250.000 waarop vanaf 2025 wordt afgelost en een revolverende kredietfaciliteit van maximaal € 6.600.000. Met BV Campus Vastgoed Greenport Venlo kwamen we in 2020 een lening van € 4.400.000 overeen voor de bouw van Brighthouse en Brightworks. Daarnaast zijn er nog een aantal woningbouwleningen. Door de oprichting van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) komen er geen nieuwe woningbouwleningen meer bij. Het restantbedrag van het totaal aan verstrekte geldleningen uit hoofde van de publieke taak wordt eind 2026 begroot op € 40.100.000.
Debiteuren
Debiteurenrisico’s worden in eerste instantie afgedekt via adequaat debiteurenbeheer inclusief aanmanings- en incassotraject. Vorderingen die moeilijk invorderbaar blijken te zijn waarderen we af via de voorziening dubieuze debiteuren. Dit hangt af van de invorderingsstatus.
Liquiditeitsrisico’s
Het liquiditeitsrisico is het risico dat niet kan worden voldaan aan de korte termijn betalingsverplichtingen. Gemeenten kunnen een aanvullende uitkering ontvangen als zij niet meer aan haar betalingsverplichtingen kunnen voldoen (artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet). Daarom is het liquiditeitsrisico feitelijk nihil. De artikel 12 status kan worden beschouwd als een faillissement en dit is een status die absoluut niet past binnen het financiële beleid ("het hebben van een duurzaam gezonde financiële huishouding") van de gemeente Venlo. Daarom sturen we op liquiditeit en verkleinen we liquiditeitsrisico’s door het hanteren van zowel een kortlopende en een meerjarige (minimaal 4 jaar) liquiditeitsplanning.
Valutarisico’s
We sluiten valutarisico's uit door uitsluitend gelden uit te zetten in euro’s en uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.