Voor u ligt de laatste programmabegroting van de huidige collegeperiode, waarin we niet alleen over de horizon van onze bestuursperiode kijken, maar natuurlijk ook terugkijken. Met een zekere trots op een periode waarin veel in gang is gezet en tot stand gebracht, maar ook met een passende bescheidenheid omdat we ons realiseren dat we daarbij schatplichtig zijn aan al die organisaties en inwoners die daaraan een belangrijke bijdrage hebben geleverd, indachtig aan de opdracht die we ons zelf gegeven hebben, namelijk ‘Samen verder bouwen aan een gezond Venlo’.
In aanloop naar deze conceptbegroting hebben we vastgesteld dat het coalitieakkoord nagenoeg is uitgevoerd en dat er door u dit voorjaar een begroting is besteld waarin u de nadruk heeft gelegd op de uitvoering van de reeds eerder in het stedelijk beleid en in de begroting opgenomen ambities. Indachtig de toezegging die wij u tijdens de raadsbehandeling van de kadernota hebben gedaan, treft u bijgaand de door u gevraagde update van de midtermreview van het coalitieakkoord aan.
Bij de vaststelling van de begroting 2025-2028 heeft u ervoor gekozen om -gegeven de onzekerheden rondom de middelen- te werken met een begrotingsscenario. Dat wil zeggen dat een groot aantal bestuurlijke keuzes waren geprioriteerd, maar wel voorwaardelijk gemaakt en afhankelijk gesteld van eventuele extra Rijksmiddelen. Met het demissionaire kabinet zijn er vlak voor de zomer afspraken gemaakt over aanvullende middelen met betrekking tot het ‘Ravijn’ en ‘Jeugd’. Deze zijn echter, per saldo en op basis van de vastgestelde kaders, incidenteel van aard, waarmee feitelijk het financieel ravijnjaar met twee jaar naar achteren is verschoven.
De kadernota liet een positief saldo zien als vertrekpunt waaraan de incidentele compensatie vanuit het Rijk is toegevoegd. Daarbovenop is een niet eerder voorzien voordeel vanuit het gemeentefonds toegevoegd oplopend naar bijna € 9 miljoen structureel. Dit als gevolg van volume-ontwikkelingen op lokaal en landelijk niveau en een actualisatie van loon- en prijsontwikkelingen.
In deze laatste begroting van de huidige bestuursperiode hebben we ervoor gekozen om enerzijds alle geprioriteerde, financieel nog niet ingevulde wensen op te nemen en tegelijkertijd vanaf 2028 een aanvang te maken met een geleidelijk herstel van de kostendekkendheid van onze tarieven voor afval en riolering. Daarnaast hebben we, ook met ingang van 2028 gekozen voor een geleidelijke verhoging van de OZB-opbrengst.
Dit gegeven de door u geprioriteerde voorstellen, de additionele financiële ruimte en zijn wij van mening dat de voor de huidige bestuursperiode afgesproken bevriezing van de lokale lasten op termijn niet wenselijk is. Gegeven onze verwachting dat er in 2026 en 2027 sprake zal zijn van een positief financieel saldo en de door u vastgestelde bevriezing van de woonlasten t/m 2027, adviseren wij u om deze aanpassing van de lokale lastenontwikkeling daarom vanaf 2028 in te laten gaan.
Zoals eerder aangegeven blijven de structurele middelen vanuit het Rijk en de gesprekken die hierover gevoerd worden door de VNG ook vanaf 2028 nog altijd onzeker. De VNG heeft een begrotingsadvies afgegeven. Vooralsnog heeft u voor een eigen koers gekozen en deze begroting wijkt daar ook niet vanaf. Opgemerkt wordt dat tijdens de laatste Algemene Vergadering van de VNG wederom een resolutie is aangenomen waarbij de sector in gesprek blijft om de taken en middelen in balans te brengen.
Anders dan veel andere Nederlandse gemeenten kent de gemeente Venlo geen majeure ombuigingsnoodzaak om tot een financieel sluitende begroting te komen. Onze financiële kengetallen zijn aan de maat, het financieel meerjarenbeeld sluitend. Dankzij de maatregelen die in de huidige en de daaraan voorafgaande bestuursperiode zijn genomen. Het zijn deze maatregelen die het ons nu mogelijk maken om ingezet beleid te continueren en noodzakelijk onderhoud en voorziene investeringen van middelen te voorzien.
Zo hebben we er bijvoorbeeld voor gekozen om onze inspanningen ten aanzien van Gezonde Basisschool van de Toekomst en de subsidiëring van sport en cultuur te intensiveren, anderzijds aanvullende middelen beschikbaar te stellen voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen en de aanpak van een aantal verkeersknelpunten. Daarnaast stellen wij u voor om additionele middelen beschikbaar te stellen voor de noodzakelijke doorontwikkeling en bereikbaarheid van de Brightlandscampus, de voorbereiding van de herontwikkeling van het Flujasplein en de herhuisvesting van de bibliotheek aldaar en de toekomstige herontwikkeling van de Keulse Barrière.
We maken -indachtig de strategische koers van Venlo- af waar we aan zijn begonnen en hebben beperkt middelen voorzien om eventuele strategische investeringen in de nabije toekomst mogelijk te maken. Investeringen ook om de broodnodige woningbouw in Venlo te versnellen en daarmee de beoogde schaalsprong van onze stad mogelijk te maken. De door u gekozen oriëntatie op de ontwikkelingen rondom Eindhoven vraagt daar ook om.
Tot slot het -door u ingestelde- strategisch investeringsfonds. Uniek in zijn soort en onderscheidend voor Venlo. Gericht op kansen die zich voordoen om het toekomstig leven, wonen en werken in onze mooie gemeente nog mooier en beter te maken. Dit fonds heeft zijn toegevoegde waarde inmiddels bewezen en geeft de nodige flexibiliteit om optredende kansen vanuit strategisch perspectief vorm en inhoud te geven. Voorgesteld wordt om de incidentele voorcalculatorische begrotingsoverschotten 2026 en 2027 hieraan toe te voegen. Dit geeft de nodige flexibiliteit om optredende kansen vanuit strategisch perspectief op de (middel)lange termijn vorm en inhoud te geven.
Ontwikkeling woonlasten
In de vastgestelde (meerjaren)begroting 2025-2028 is vanaf 2028 vanwege het ontbreken van voldoende structurele middelen, het principe van kostendekkende heffingen verwerkt. Wij stellen voor om dit fasegewijs te doen in plaats van ineens met ingang van 2028. Voorgesteld wordt onze tarieven voor afval en riolering te verhogen tot een kostendekkendheidspercentage van 85% en een geleidelijke verhoging van de OZB-opbrengst van 2,3%.
De kostendekkendheidpercentages voor afval zijn daarmee:
Afval | ||||
---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Totaal kosten | 15.941 | 16.040 | 16.032 | 16.017 |
Baten aanslagoplegging | 10.924 | 10.924 | 13.627 | 13.624 |
Totaal opbrengst | 10.924 | 10.924 | 13.627 | 13.624 |
Verschil op kostendekkendheid | 5.017 | 5.116 | 2.405 | 2.392 |
Percentage kostendekkendheid | 68,5% | 68,1% | 85,0% | 85,1% |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|
Tarief éénpersoonshuishouden | 165 | 165 | 205 | 205 |
Tarief meerpersoonshuishouden | 274 | 274 | 342 | 342 |
Stijging tarief t.o.v. voorgaand jaar | 25% | 0% |
De kostendekkendheidpercentages voor riolen zijn daarmee:
Riool | ||||
---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Totaal kosten | 10.768 | 10.769 | 10.739 | 10.728 |
Baten aanslagoplegging | 8.375 | 8.375 | 9.128 | 9.128 |
Totaal opbrengst | 8.375 | 8.375 | 9.128 | 9.128 |
Verschil op kostendekkendheid | 2.393 | 2.395 | 1.611 | 1.599 |
Percentage kostendekkendheid | 77,8% | 77,8% | 85,0% | 85,1% |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|
Tarief vastrecht woningen | 155 | 155 | 169 | 169 |
Stijging tarief t.o.v. voorgaand jaar | 9% | 0% |
Beoordeling financiële positie
De beoordeling van de financiële positie, waarop de conclusie gebaseerd is, vindt plaats op basis van de door u vastgestelde strategische en tactische doelstellingen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
De strategische doelstelling is een Duurzaam gezonde financiële huishouding. De tactische doelstellingen zijn:
- Sluitende begroting
- Voldoende weerstandscapaciteit
- Wendbare begroting
- Acceptabele schuld
Deze tactische doelstellingen zijn elk voorzien van één of meer kengetallen. Deze kengetallen - inclusief een analyse en beoordeling - worden uitgebreid toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (kengetallen financiële positie). In deze paragraaf zullen de belangrijkste conclusies worden weergegeven.
Doelstelling sluitende begroting
Programma's | Realisatie | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal baten (excl. onttrekkingen aan reserves) | 576.485 | 594.039 | 579.161 | 560.658 | 556.012 | 553.995 |
Totaal lasten (excl. Toevoegingen aan reserves) | 549.071 | 588.863 | 582.685 | 565.810 | 556.222 | 550.733 |
Resultaat (voor bestemming) | 27.414 | 5.176 | -3.524 | -5.152 | -210 | 3.262 |
Totaal onttrekkingen aan reserves | 66.985 | 44.315 | 22.992 | 19.600 | 10.455 | 5.101 |
Totaal toevoegingen aan reserves | 79.507 | 38.464 | 19.467 | 14.448 | 10.245 | 7.443 |
Totaal verrekening met reserves | -12.523 | 5.851 | 3.524 | 5.152 | -210 | -2.342 |
Totaal resultaat | 14.892 | 11.027 | 0 | 0 | 0 | 920 |
De doelstelling is een reëel structureel sluitende (meerjaren)begroting. De jaarschijf 2029 heeft een onbestemd positief structureel begrotingssaldo van ruim € 0,9 miljoen. De structurele exploitatieruimte is voor alle jaren positief en bedraagt in 2026 0,7% en loopt op naar 0,9% vanaf 2029. De structurele exploitatieruimte zit voor alle jaren boven het minimum van > 0%.
Doelstelling voldoende weerstandscapaciteit
De doelstelling 'voldoende weerstandscapaciteit' betreft het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van de geïdentificeerde risico's, waarbij de risicobereidheid is: "Venlo wil geen risicomijdende gemeente zijn". De ratio weerstandsvermogen bedraagt in 2026 2,14 oplopend naar 2,30 in 2029. De door u vastgestelde streefwaarde ligt tussen de 1,4 en 2,0 (classificatie: ≥ 1,4 < 2,0). Het gemeenschappelijk financieel toezichtkader van provincies kwalificeert dit als 'Ruim Voldoende'. Op basis van deze begroting voldoen wij aan de beoogde streefwaarde.
De solvabiliteitsratio bedraagt in 2026 37% en daalt naar 35% in het jaar 2029. Het eigen vermogen is in alle jaarschijven van de huidige begroting 2026-2029 hoger dan in de begroting 2025-2028 verwacht werd. De ontwikkeling van de solvabiliteit begeeft zich in lijn met de geschetste ontwikkeling in de programma-begroting 2025-2028. De solvabiliteitsratio begeeft voor alle jaren boven de vastgestelde streefwaarde van de bandbreedte van 25%-30%. Het gemeenschappelijk financieel toezichtkader van provincies geeft een signaalwaarde voor de solvabiliteitsratio van <20% als meest risicovol.
Een substantieel deel van de solvabiliteitsratio bestaat uit bestemmingsreserves die gekoppeld zijn aan het realiseren van de maatschappelijke opgaven en de reserve voor de financiering van de kapitaallasten van gedane investeringen. Op basis van de realisatie van de geformuleerde doelstellingen worden deze reserves op middellange termijn uitgegeven waardoor het eigen vermogen op de middellange termijn gaat dalen waardoor mogelijk ook de solvabiliteitsratio's gaan dalen.
Doelstelling wendbare begroting
De doelstelling 'wendbare begroting' gaat om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. De structurele exploitatieruimte is voor alle jaren positief.
Een belangrijk afwegingscriterium voor de investeringen is het kapitaallastenplafond. Het plafond is een belangrijke signaalwaarde om te waarborgen dat de begroting voldoende wendbaar blijft. De kapitaallasten blijven in deze programmabegroting onder het door de gemeenteraad vastgestelde kapitaallastenplafond van € 40 miljoen.
De structurele exploitatieruimte is voor alle jaren positief en stijgt vanaf 2026 van 0,7% naar 0,9% in 2029. De structurele exploitatieruimte begeeft zich voor alle jaren boven het minimum van > 0%. Het onbestemde structurele voordeel in deze begroting bedraagt vanaf 2029 ruim € 0,9 miljoen.
Reservering volume-, loon-, prijsontwikkelingen
De nieuwe financieringssystematiek die door het Rijk voor het gemeentefonds is geïntroduceerd levert naar verwachting te weinig loon- prijs- en volume compensatie op om -bij gelijkblijvende omstandigheden- de loon- prijsontwikkelingen voor de begroting 2027 en volgende jaren (cumulatief) op te vangen. Dit lijkt een jaarlijks terugkerend vraagstuk. Daarnaast is de volumecompensatie vanuit het gemeentefonds meerjarig volledig opgenomen. Dit betekent dat er vanuit het gemeentefonds bij gelijke omstandigheden geen financiële ruimte is om verdere (cumulatieve) groei van de stad te bekostigen.
In deze (meerjaren)begroting is een (cumulatieve) reservering opgenomen voor volume-, loon-, prijsontwikkelingen voor 2027 en verder van € 4,2 miljoen in 2027 oplopend naar € 7,5 miljoen structureel vanaf 2029.
Doelstelling acceptabele schuld
De schuldpositie van de gemeente Venlo dient zich op een acceptabel niveau te bevinden. De netto schuldquote bedraagt 55% in 2026 en stijgt naar 64% in 2029 (streefwaarde < 90%) als gevolg van nieuw aan te trekken financiering. De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen bedraagt 39% in 2026 en stijgt naar 50% in 2029 (streefwaarde < 90%). De schuldquotes bevinden zich ruim onder de door de gemeenteraad vastgestelde streefwaarden. De netto schuld gecorrigeerd voor verstrekte leningen per inwoner bedraagt voor het jaar 2026 € 2.164 en stijgt naar € 2.641 per inwoner voor het jaar 2029.
Uitgangspunten Kadernota 2026
Uitgangspunt voor de begrotingsbehandeling 2026 vormt de inhoudelijke en financiële kaderstelling zoals deze is opgenomen in de Kadernota 2026, inclusief de behandeling van de kadernota in de gemeenteraad.
Stand Kadernota plus actualisatie | ||||
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Saldo begroting 2025-2028 | 0 | 0 | 0 | 326 |
Begroting 2025 -2028 | 0 | 0 | 0 | 326 |
Loon- prijsontwikkeling | -800 | -700 | -100 | 0 |
Ontwikkelingen gemeentefonds | 2.100 | 1.600 | 1.100 | 700 |
Saldo kadernota | 1.300 | 900 | 1.000 | 1.026 |
Actualisatie loon-prijs indexering 2026-2030 | 29 | -320 | -289 | -294 |
Gemeentefonds / meicirculaire 2025 - autonome ontwikkeling | 7.389 | 8.189 | 7.734 | 8.498 |
Vertrekpunt begrotingsproces 2026-2029 | 8.718 | 8.769 | 8.445 | 9.230 |
Voorstellen | -7.508 | -8.769 | -9.531 | -8.310 |
Verrekening algemene reserve | -1.210 | 0 | 1.086 | 0 |
Saldo programmabegroting | 0 | 0 | 0 | 920 |
Loon- en prijsontwikkelingen
De inflatiepercentages voor de begroting 2026-2029 zijn gebaseerd op de ramingen van het Centraal Plan Bureau van 26 februari 2025:
- Prijsindex, prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC): 2,1 %
- Prijsindex, prijs bruto overheidsinvesteringen (IBOI): 3%
- Loonindex: prijs overheidsconsumptie beloning werknemers: 1,8%
- Index belastingen (exclusief onroerendezaakbelasting): gewogen gemiddelde van de prijsindex (40%) en de loonindex (60%): 1,9% (bijvoorbeeld Parkeergelden en verblijfsbelasting).
De prijsindex, prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC) voor 2025 is 2,9%, dit was 2,2%. Het verschil tussen het definitieve en voorlopige OVA indexcijfer is 0,97%.
Voor kapitaallasten gebruiken we de Index Bruto Overheidsinvesteringen (IBOI). In de begroting 2025 hielden we rekening met 2%. Op basis van het actuele Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau is de IBOI over 2025 3,3%.
Deze indexeringen (inclusief nacalculatie 2025) zijn verwerkt in deze begroting.
Naast de loon- en prijscompensatie uit het gemeentefonds is de tranche 2026 van de reservering voor loon, prijs en volume ingezet om het tekort op loon- en prijsontwikkeling zoveel mogelijk op te vangen.
Een uitgebreide toelichting op het gemeentefonds staat in het hoofdstuk Algemene middelen.